Munt: een zilverling waarop een lelie.

muntkoch

De Fleur-de-Lis was een veelvoorkomend Joods symbool. Lelies werden vaak genoemd in de liederen van koning David en vroeg Joodse munten vertoonden dezelfde soort lelies. Het Kabbalistische boek: de "Zohar", begint met een uiteenzetting van de mystieke betekenis van de lelie, waar het werd beschreven als het symbool van de Joodse gemeente gedurende die tijd. Één van de oudst bekende afbeeldingen gaat terug tot de Assyrische bas-reliëffen uit de derde eeuw v.Chr. 

In esoterische kringen wordt de Fleur-de-Lis beschouwd als een esoterisch embleem dat bestaat uit de pijnappelklier, de hypofyse en de thalamus in het midden, wat de triade vormt van het "derde oog". Een ongeblokkeerd derde oog zou een toegangspoort zijn voor het ontvangen van "paranormale" inzichten en indrukken uit hogere dimensies en communicatie hiermee, zoals helderziendheid, en men zou tevens subtiele energieën kunnen waarnemen, zoals energievelden die niet slechts met de fysieke ogen zichtbaar zijn. Het motief van de Fleur-de-Lis vind men ook op bepaalde middeleeuwse kronen, wat niet zo vreemd is omdat sommigen geloofden dat het goud en de edelstenen gedragen op het hoofd een geestverruimende werking zou hebben om de wijsheid van de koning te stimuleren om zo de juiste beslissingen te nemen.