Katleen Maenhoudt, 1989, schetst het geval van de vrouw die diende gestenigd te worden. Heksenjacht, massahysterie is de eeuwenoude weg der bozen.

steniging

 

 

De vrouw in het midden

Katleen Maenhoudt

De schriftgeleerden en Farizeeën plaatsen een vrouw in het midden.

De Schriftgeleerden en Farizeeën brengen bij Jezus een vrouw die op overspel betrapt is. Volgens het Oude Testament (Lev. 20: 10; Deut. 22: 23) staat op echtbreuk met een gehuwde vrouw voor beide par­tijen de doodstraf. In ons verhaal valt op dat de man, wiens medeschuld even onmiskenbaar vast staat afwezig is. Is dit te danken aan zijn listige vlucht? Of aan hun mannelijke toegendheid in elk geval verenigen zich alle tijden in deze houding dat aan de vrouw de sschuld in seksuele aangelegenheden zwaarder wordt aangere­kend dan aan de man, en dat de weerloze aan strenger recht bloot­staat dan degene die beschermd wordt door een grotere toegeeflijk­heid. Het aanstootgevende in dit optreden ligt vooral in het gebrek aan interesse voor de vrouw zelf. Zij wordt weliswaar, in het mid­den geplaatst doch slechts als een welkom geval om Jezus voor een dilemma te plaatsen waar hij kleur moet bekennen: kie­zen voor de wet en de zondares veroordelen of, zoals de schriftge­leerden van Jezus verwachten, kiezen voor de zondares en de wet veroordelen. Deze laatste stellingname kon dan een onmiddellijke reden zijn om Jezus' aanhouding te eisen. Met uiterste spanning wordt op Jezus' antwoord ge­wacht. De stilte is om te snijden en wordt nog versterkt door Jezus' afwezigheid: spelend met de vinger in het zand weigert hij aan­vankelijk deel te nemen aan de strijd, tot hij zich opricht en met een vlijmscherp woord de verhou­dingen in één slag doet omkeren: Laat degenen onder u die zonder zonde is, het eerst een steen op haar werpen. Christus kiest hier­mee duidelijk partij voor de wet én de vrouw. Hij erkent de zonde van de vrouw en haar voorgeschreven straf maar tegelijk betrekt hij de aanklagers persoonlijk in het ge­ding. Een nieuwe stilte duikt op: Jezus trekt zich innerlijk terug, spelend met de vinger in het zand; de toehoorders trekken zich letter­lijk terug, getroffen door een inner­lijke stem, bij de oudsten (en wij­sten?) sterker doordringend dan bij de jongeren die eerder slaafs volgen. Druilend verlaten uiteinde­lijk allen het toneel. Slechts twee blijven over, Jezus en de vrouw.

Jezus bleef alleen, de vrouw in het midden

Op deze ontmoeting, die niemand beoogd had, trekt zich het gehele voorval samen: Jezus bleef al­leen achter met de vrouw, die nog midden in de kring stond. In welk midden? De oordelende en ver­oordelende kring rondom haar is verbroken: Vrouw, waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld ? — Niemand, Heer. De vrouw wordt door Jezus niet langer als een geval van zonde benaderd maar als .mens en het is deze mens die thans in het midden wordt geplaatst met voor haar de Enige Zondeloze die als eerste en enige dé steen zou kunnen gooien. Maar hij doet het niet, hij spreekt een beslissend woord van vergeving: Ook ik veroordeel u niet. In dit woord is zij geborgen en gebonden; Haar leven kan niet meer los daarvan zijn: Ga heen en zondig van nu af niet meer.

De zonde van overspel is door Jezus wel degelijk veroordeeld maar niet de mens die in het midden staat. Er mag hier dus niet gegeneraliseerd worden en gezegd worden de zonde, met name overspel is niet zo erg. Ook niet: aardse rechtspraak is door Christus onmogelijk geworden. Slechts dit: hier en nu zo heeft het wonder der vergeving plaatsgevonden en is dit vrouwenleven door God gerechtvaardigd.

Elke mens in het midden

Jezus' omgang met zwaar zondige mensen is nooit een goedkeuring van hun gedrag geweest maar steeds een uitnodiging om hun leven naar God toe te keren, zich te bekeren, door God te laten kennen als een vergevende Vader. Hoe vaak worden ook vandaag mensen als gevallen in het midden geplaatst, echtbre(e)k(st)ers en echtgescheidenen. De stenen liggen voor het rapen, klaar om mensen af te maken,... tot we zelf op de plaats van de vrouw staan, opgesloten in onze eigen zondigheid en verlangend naar iemand die ons niet veroordeelt maar ons nieuwe kansen biedt.

Jezus' bevrijdend woord: Ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig van nu af niet meer is appèl om in elk zondegeval de mens in het midden te plaatsen en Gods liefde handen en voeten te geven, liever zachtmoedig dan hard.

Katleen Maenhoudt, KERK EN LEVEN 25 22 JUNI 1989.